Kwaliteit & duurzaamheid: wol, katoen en acryl

Wol is een natuurlijke vezel, die ademt en niet belastend is voor het milieu als het zijn dienst gedaan heeft, aangezien het makkelijk afbreekt. Dit in tegenstelling tot kunststofvezels als bv. acryl. Helaas staat daar tegenover dat schapen en geiten moeten worden gevoed, hun mest moet worden verwerkt en dat ook het kleuren van wol, net zoals andere garens, milieu belastend is.

Wol biedt goede warmte-isolatie door de ingesloten lucht en is in staat om veel vloeistof op te nemen zonder dat het vochtig aanvoelt. Wol reageert op je lichaamstemperatuur en houdt je warm als je het koud hebt en vermindert de hitte en je lichaamsvocht als je het warm hebt.

Een wollen kledingstuk is gemakkelijk in onderhoud.

Wol heeft van nature een beschermend laagje en is antistatisch. Daardoor trekt het, in tegenstelling tot synthetische garens, geen vuil aan. Veel wollen garens kunnen in de wasmachine gewassen worden. Echter is vaak wassen overbodig, door het zelfreinigend vermogen van wol is luchten vaak al genoeg.

Wol is duurzaam en zeer sterk, ook na langdurig gebruik blijft een wollen kledingstuk mooi. De natuurlijke elasticiteit van wol zorgt ervoor dat het mee rekt met de drager, maar na het dragen weer in zijn oorspronkelijke vorm terugkeert. Er is dus weinig kans dat het kledingstuk gaat lubberen of zijn vorm verliest. Maar natuurlijk is dit sterk afhankelijk van de kwaliteit van het garen.

Bekende wolsoorten die wij gebruiken:

• Merinowol - klinkt duur, maar komt van het meest voorkomende schapenras in de wereld. De wol heeft een zeer fijne structuur en kriebelt niet!
• Scheerwol - de onbeschadigde wol geschoren van een gezond levend schaap.
• Cashmere (of Kashmier) - wol van de kashmiergeit. Een luxe wolsoort die heerlijk draagt.
• Alpaca - van de gelijknamige lamasoort uit de Andes. Hypoallergeen (handig voor mensen die normaal geen wol kunnen dragen) en luxueus.

De kwaliteit van katoen - en dus ook de handelswaarde - wordt gemeten aan 

• de kleur (hoe witter de vezels, hoe beter)
• de dikte  (hoe fijner de vezels, hoe soepeler de stof)
• de lengte (hoe langer de vezels, hoe sterker garen ervan kan worden gesponnen)

Bij de katoenproducenten komt het er dus op aan katoenplanten te kweken met mooie dunne, liefst witte vezels. Die worden daarna door onze leveranciers (o.a. Lana Grossa, Yarn and Colors, Rico) verwerkt tot garen en geverfd in (tegenwoordig) fantastische kleuren. Deze garens hebben elk hun specifieke eigenschappen, zodat wij per project de beste match kunnen kiezen. 

Echte kwaliteitskatoen heeft de volgende eigenschappen:

• Warm in de winter en fris in de zomer
  Net als wol zijn katoenvezels allemaal dunne holle buisjes die een prima warmtegeleider zijn. De buisjes kunnen zich ook vullen met vocht. Zweetdruppeltjes worden dus zonder moeite opgezogen. Katoen kan tot 20% van het eigen gewicht aan vocht opnemen voor het echt vochtig aanvoelt.
• Sterk en duurzaam
  Katoenvezels zijn van nature sterk, wat als voordeel heeft dat een artikel van katoen niet gauw verslijt en een langdurige kwaliteitsgarantie biedt.
• Gemakkelijk onderhoud
  Katoen vraagt meestal geen speciale voorzorgen en mag bijna altijd in de machine gewassen worden. 

Helaas vereist de productie van katoen veel water en is ook het gebruik van pesticiden meestal niet te vermijden.

Vanwege het luxe gevoel en comfort, naast de sterkte en flexibiliteit van dit materiaal, gebruiken we de laatste tijd vaak zijde. Dit altijd in combinatie met wol of katoen, aangezien onze producten betaalbaar moeten blijven en de juiste combinatie van garens een beter en duurzamer product garanderen.

Zijde, met een lagere dichtheid dan vezels zoals katoen , wol en rayon, is vochtabsorberend, houdt maar liefst een derde van zijn gewicht aan vocht vast zonder vochtig aan te voelen en heeft uitstekende verfeigenschappen. Het is ook hittebestendiger dan wol.

Zijdedraad is de fijnste van alle natuurlijke vezels en is zowel sterk als elastisch. Je kunt een draad wel met een vijfde van de oorspronkelijke lengte uitrekken voor het breekt.

Bijzonder is dat zijdetextiel niet tot nauwelijks statisch wordt (wat ideaal is in de winter). Zijde, en met name wildzijde, kan veel vocht opnemen (tot 40%) zonder dat de stof vochtig aanvoelt. Het beschikt tevens over iso-thermische eigenschappen waardoor het bij warm weer koel aanvoelt en bij koud weer juist behaaglijk warm. Ideaal voor zowel winter- als zomerkleding.

Zijde is een natuurproduct, waarvan het garen gewonnen wordt door dit af te wikkelen van de cocon die de zijderups gesponnen heeft. Meer dan 4000 jaar v. Chr. werd in China al zijde gesponnen en verweven tot kleding en stoffen. China was lange tijd het enige land ter wereld dat dit garen produceerde, tot rond de 6e eeuw de zijdeteelt zich ook buiten China begon te ontwikkelen. Eerst in landen als Japan en India en later via het Midden Oosten in het Middellandse Zeegebied.

De productie van zijde bestaat uit twee elementen: de zijderups en de blaadjes van de Moerbeiboom. Zijderupsen eten de blaadjes van de moerbeiboom. De kwaliteit (kleur en dikte) van de zijdegaren wordt bepaald door weersomstandigheden. Droge, maar niet te warme lucht betekend mooie kwaliteitszijde, is het te warm en vochtig wordt dat minder.

Zijde als grondstof voor kleding is in principe een bijzonder milieuvriendelijk product. Ook bij grootschalige productie is geen sprake van het gebruik van kunstmest, landbouwbestrijdingsmiddelen en –pesticiden (voor de moerbeibomen). 

Helaas kunnen de benodigde veredelingstechnieken voor zijde, zoals het bleken en verven, het milieu wel degelijk schaden.